Nu wil ik wel dat er eens voor mij gezorgd wordt’, hoor ik vaak van vrouwen. Dat begrijp ik wel.
Hoewel.
Vaak hebben vrouwen (maar mannen net zo goed hoor, ik schrijf voor het gemak het cliche op, maar het gaat beide kanten op) bijvoorbeeld al van jongs af aan moeten zorgen voor hun broertjes en zusjes, of zelfs voor hun vader of moeder. Als er ziekte was, en iedereen in huis moest daar rekening mee houden; als de ouders veel weg of aan het werk waren; of ze waren verantwoordelijk voor de stemming in huis, of als er alcohol- of drugsproblemen waren.
Dit is het meest herkende aspect uit mijn boek: dat je als kind zo je best deed om het je ouders naar de zin te maken, hoe uitputtend en hopeloos dit was, maar dat je er toch mee door ging en door ging. Je moest wel, alles hing immers van jou af.
Geen wonder dat je met die doorzetterskwaliteiten dat later nog eens met frisse moed oppakte om te proberen het met een partner nu eens wel voor elkaar te krijgen. Je was er immers goed in geworden, jarenlange ervaring, je hebt voelsprieten ontwikkeld die meer dan fantastisch werken, zodat jij precies weet wat je partner nodig heeft. Je zorgt.
Maar omdat je als kind niet genoeg hebt gekregen, is er een groot donker gat ontstaan, dat nooit meer echt gevuld kan worden. Dat hadden je vader en moeder moeten doen, en daarvoor is het nu te laat. En daar zit je diepste verdriet en pijn. Je krijgt nog steeds iets belangrijks niet terwijl je dat zo nodig hebt. Je wordt maar niet gelukkig, je bent boos, en depressief.
Het leek me voor iemand die zei van me te houden, zo een kleine moeite. Hij hoefde alleen maar mij te geven wat ik nodig had.
Het heeft mij in therapie bij Meneer Veltman jaren en jaren gekost voordat ik mij erbij neer kon leggen dat dat echt niet kon, dat niemand anders dan ikzelf dat gat ooit kon vullen. Sterker nog, dat dat ook niet de bedoeling is. En dat, als het je toch lukt wat te helen, het een gevoelig puntje blijft. Altijd.
Dat vertel ik ook aan de vrouwen die zich nu zo stellig voornemen dat het bij een volgende relatie nu eens hun beurt is. Geen egoistische narcist meer, maar een man die nu maar eens voor haar zorgt, zij heeft genoeg gedaan.
Narcisten zijn populair. Er zijn hele facebookaccounts over, altijd handig als je weet waar een relatie aan stuk is gegaan.
Als ik voorzichtig uitleg dat dat zo niet in elkaar zit, hoezeer ik het ook begrijp, maak ik mij niet populair. Ik snap het wel want dit wilde ook ik niet horen.
‘Jij hebt dat nu toch ook’? wordt me dan gevraagd, ‘een man die alles voor je doet?’
Ja dat klopt wel, maar dat werkte pas zo nadat ik mij eindelijk had neergelegd bij het feit dat niemand anders dan ikzelf verantwoordelijk is voor mijn geluk. En dat ik daarvan zelf ook echt overtuigd was.
Dat ik daarna iemand ontmoette die zoveel rekening met mij hield en dat ook heel goed kan, dat is een enorm groot cadeau.
Maar het is belangrijk is dat je eerst je eigen aandeel onderkent in het patroon van zorgen en voor gezorgd worden. Er zitten er namelijk twee in die relatie die het maar niet laten kunnen.
Want achter iedere ‘narcist’ staat dus iemand die per se moet zorgen, omdat ze denkt dat ze anders niet de moeite waard is om van te houden. En de enige die je kan veranderen, dat ben je zelf.
En daarmee begin je door je eigen leegtes te vullen.
Comments