top of page
  • lettyvandergeest

Schaamte

Opeens moest ik om alles huilen. Geen aanleiding nodig. Iemand zei iets en hoppa, altijd raak, schoot ik vol. ‘Zullen we daar niet eens even samen over praten?’ zei een bevriende psycholoog met wie mijn man en ik zaten te lunchen. Nou graag, want hier had ik totaal geen zin in. Weg ermee, genoeg verwerkt.

 

Het kon natuurlijk te maken hebben met mijn verjaardag. 75 geworden.  Op driekwart, zou je zeggen, maar ja daar waren ook wat verontrustende ziekenhuisbezoekjes geweest die aan mijn persoonlijke bestaanszekerheid knabbelden. En het kon zeker komen door mijn boek, het schrijven ervan en al die bijzondere reacties die mensen mij sturen.

 

‘Joh, het hoort bij de leeftijd’, zei mijn vriend. ‘Je ruimt gewoon weer een stukje op, het allerdiepst weggestopte stukje wil ook nog wat’. Ok, ja, dat was nu dan misschien wel letterlijk en figuurlijk het geval.

Dat werd nog duidelijker toen ik bij een bezoek aan een antroposofisch arts de vraag ‘hoe was de zwangerschap van jouw moeder van jou’ moest beantwoorden. Ik vertelde dat mijn moeder in die tijd enorm gestrest moet zijn geweest, ik was immers van een buitenechtelijke relatie en er gebeurde van alles daar.

Maar toen vroeg de arts hoe ik dacht dat het voor mij geweest was? Of ik die stress niet gevoeld had? En ook de eerste jaren, waarin die situatie nog steeds speelde en ik in de box in mijn eentje lief zat te wezen omdat mijn moeder mijn vader op bezoek had en ik stil en lief moest zijn.

Die kwam aan. Janken, geen houden meer aan. Dat mijn moeder stress had gehad ja dat snapte ik, dat had ik altijd heel rot voor haar gevonden, maar dat dat bij mij als baby vanaf het allereerste begin een rol zou hebben gespeeld…nee kom op zeg, gaan we daar nou weer mee beginnen?.

 

Mijn vriend vroeg mij of ik een foto had van mezelf als baby. En wie ik daar zag.



Nou, ik zag een schattig kindje, met kuiltjes in haar armen, en lieve kousjes, maar ik kon er maar moeilijk met vertedering of compassie naar kijken. Wat ik vooral voelde als ik naar dat kindje keek, was een vreemd soort boosheid, ergernis.

Daarop doorgaand hoorde ik mezelf zeggen dat ik het dat meisje kwalijk nam dat ze niet wat meer voor zichzelf was opgekomen. Waarom ze alsmaar schattig had zitten wezen – ben ik zo lief genoeg? of zo? en nu dan? -  en stilzwijgend ijlkoortsen had doorstaan. Terwijl ze ook een keel op had kunnen zetten: hee til mij op, hou rekening met mij!

Schaamte, dat voelde ik ook. Had ik het allemaal niet wat stoerder aan kunnen pakken? Want hoe lang had ik dat stilzitten wel niet volgehouden, ongeveer mij hele leven was ‘ben ik zo lief genoeg, werk ik wel hard genoeg, zie ik er wel leuk genoeg uit om van te houden?

 

‘Je bent verstandig geweest’, zei mijn vriend. ‘Aanpassen was jouw coping strategie en daar ben je goed in geworden en ver mee gekomen. Je zou dat kleine meisje ook een compliment kunnen geven, dat ze dat in haar eentje zo goed gedaan heeft. Kijk eens naar haar met respect’.

 

En dat probeer ik nu te doen.



Maar eerst moet ik dan weer door dat verdriet heen dat zich ongevraagd opdringt en dat ik zo niet wil voelen omdat ik het nu, zeker op dit moment zo idioot en onterecht vind.

En dan moet ik nog door die weg-wuif-laag van: zeg het is zo wel genoeg ik heb hier totaal geen zin in, ik probeer gewoon te genieten van mijn fijne leven, ik heb toch niets om over te miepen.

 

Maar goed, daaronder kan ik dan misschien toch bij dat bodempje respect voor mezelf komen. Ik betwijfel of het er echt is maar ja, geen keus als je mij bent, dus ik duik er maar in.

 

Houdt het dan nooit op, vroeg ik al eerder aan Meneer Veltman? Nee, het houdt pas op als het genoeg is.  

Dus hup, nog een klein zetje en dan is alles weer opgeruimd en aan kant.

Net op tijd voor het voorjaar.

472 weergaven4 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Nu ik.

  • Facebook
  • Linkedin
  • tjilpen
  • Instagram
  • Whatsapp
  • Spotify
bottom of page